Hoe herken je een overprikkelde pup?
- Lisa Ouwerkerk
- 11 sep
- 3 minuten om te lezen
Sinds een paar weken woont Milly (een vrolijke, nieuwsgierige pup) bij ons. Gedurende de dag heeft zij wel eens last van een “overprikkelde” bui. Misschien herken je het wel: je pup gaat ineens helemaal los en lijkt totaal niet meer te stoppen. Maar wat gebeurt er nu precies, en hoe herken je die momenten?
Pups zijn nog volop bezig met leren hoe ze met prikkels moeten omgaan. Alles is nieuw voor ze: geluiden, geuren, mensen, andere honden, verkeer... Het is dus niet gek dat ze snel over hun grens heen gaan. Een overprikkelde pup laat dat vaak duidelijk zien, als je weet waar je op moet letten. Hier zijn een aantal signalen waaraan je een overprikkelde pup kunt herkennen:
Signalen van overprikkeling
Een pup die te veel prikkels heeft gekregen kan zich op verschillende manieren uiten. Soms zie je dit in zijn gedrag, soms ook fysiek.
Gedragsmatig merk je bijvoorbeeld dat je pup:
Ineens hyperactief wordt en plots rondjes gaat springen en rennen (de bekende “zoomies”);
Meer gaat happen of bijten in je handen, kleding of meubels, soms ook harder dan normaal;
Niet tot rust kan komen en blijft rondlopen of piepen;
Veel blaft, piept of zelfs gromt zonder duidelijke aanleiding;
Niet meer lijkt te luisteren naar commando’s die hij normaal gesproken wel begrijpt.
Fysiek zijn er ook signalen, zoals:
Moe zijn maar toch niet willen slapen (net als een oververmoeid kind);
Onrustige lichaamstaal: hijgen, grote pupillen, strakke houding of oren die plat of juist gespannen staan;
Veel gapen of aan de lippen likken, wat vaak een manier is om spanning te verminderen;
Trillen of beven, vooral bij extreme overprikkeling.
Wanneer komt dit vaak voor?
Overprikkeling zie je vaak na een drukke wandeling of puppytraining, of na veel bezoek en contact met andere honden. Ook een dag vol nieuwe indrukken, zoals verkeer, spelende kinderen of harde geluiden, kan al genoeg zijn. En misschien wel de meest voorkomende oorzaak: te weinig rustmomenten.
Misschien vraag je je af: “Moet mijn pup dan niet wennen aan allerlei prikkels?” Absoluut!
Socialisatie is belangrijk, maar het draait om balans. Nieuwe ervaringen zijn waardevol,
zolang ze gedoseerd worden aangeboden.
Wat kun je doen om je pup te helpen?
Gelukkig kun je als baasje veel doen om je pup beter door deze momenten heen te helpen:
Zorg voor een rustige en prikkelarme omgeving, zodat je pup kan ontprikkelen.
Houd een voorspelbaar dagritme aan met duidelijke momenten voor eten, wandelen en rust.
Geef je pup genoeg slaap en wees je ervan bewust dat hij écht die 18–20 uur nodig
heeft.
Maak gebruik van een bench of kamerkennel als veilige plek waar je pup kan
bijkomen en begrensd wordt.
Beloon rustig gedrag, en ga niet in op druk, piepend of jengelend gedrag. Vaak valt
je pup binnen een paar minuten in slaap zodra de rust is teruggekeerd.
Vermijd te veel nieuwe prikkels op één dag.
Kortom: je pup geeft meestal duidelijk aan wanneer het hem te veel wordt. Het is aan ons als baasjes om die signalen te leren herkennen en er op de juiste manier mee om te gaan. Het verschil tussen een druk spelmoment en een overprikkelde bui lijkt soms klein, maar het effect op je pup is groot. Door goed te observeren en genoeg rust te bieden, help je jouw hondje om in balans te blijven.
Herken jij dit gedrag bij je eigen pup? Of vind je het soms lastig om ermee om te gaan? Weet dat je er niet alleen voor staat, ik help je graag verder om meer balans en rust in jullie dagelijks leven te brengen.

Opmerkingen